Samenvattingen van artikelen in Fitis, het blad van de Vogelwerkgroep Zuid-Kennemerland (Haarlem en omstreken).
In mijn rubriek 'Wat vinden de buren' in De Gierzwaluw, het blad van de Vogelwerkgroep Amsterdam.

John van der Woude   -   www.jvanderw.nl                     Index

jg. 54, 2018 nrs. 2 en 3

Raaf mogelijk terug in Kennemerduinen
Het landelijke natuurontwikkelingsproject “Dood doet leven” probeert aaseters zoals Raaf tegemoet te komen door op stille plekken kadavers van bijvoorbeeld grote grazers te laten liggen. Kadavers vormen een belangrijk onderdeel van de voedselketen voor soorten als Raaf, Vos en Zeearend maar uiteraard ook voor allerlei kevers en vliegen. In de duinen van het nationaal park Zuid-Kennemerland werd een gestorven Schotse Hooglander aangemerkt als ‘kringloopkadaver’, op een afgelegen plek. Met cameravallen werd vervolgens geregistreerd welke dieren hierop af kwamen. Dat bleek behalve Eksters, Zwarte Kraaien en Vossen twee Raven op te leveren. Gehoopt wordt dat met een voortzetting van dit kringloop-experiment de Raven vaste bewoners worden van de Kennemerduinen.

Grootse broedvogelkartering Kennemerduinen
In 2016/2017 is maar liefst 3600 hectare van het nationaal park Zuid-Kennemerland geïnventariseerd op broedvogels. Het landschap varieert van zeereep en open duin tot struwelen, binnenduinrandbos en landgoederen. De talrijkste van alle 96 vogelsoorten was Fitis met 1642 territoria, gevolgd door Grasmus met 1027 territoria. Vijftien soorten van de nieuwe Rode Lijst broeden er, met in totaal 1200 territoria. Dit betreft onder andere Nachtegaal (de talrijkste van de Rode Lijstsoorten hier), Grauwe Vliegenvanger, Spotvogel, Grote Lijster, Graspieper, Koekoek, Ransuil, Zwarte Mees. Doordat er meer open zandige plekken zijn gecreëerd doet Boomleeuwerik het nu met 163 territoria beduidend beter dan in de afgelopen decennia. Er waren ook twee territoria van Roodmus!

jg. 54, 2018 nr. 1

Foto’s van Lepelaars gevraagd
In de Buitenliede bij Haarlem broeden de laatste jaren ca. 40 paar Lepelaars. Het waren destijds (2004) de eerste boombroedende Lepelaars van Nederland. Om te bepalen waar deze vogels foerageren worden vogelaars uit de wijde omgeving, dus ook Amsterdam, verzocht foto’s van Lepelaars op te sturen wanneer daarop duidelijk de gele snavelvlek te zien is. Deze vlek is namelijk individueel herkenbaar. Zo kan van de Lepelaars van de Buitenliede in plaats van met kleurringen toch bepaald worden waar ze foerageren. Je kunt je foto’s mailen naar lepelaar@vwgzkl.nl.

Poelbroekpark Haarlem
Tussen Haarlem en Vijfhuizen ligt het Poelbroekpark (15 ha.). Het bestaat uit moeras, vochtig grasland, struweel, bos en waterpartijen. Het wordt om de drie jaar geïnventariseerd op broedvogels. In 2017 waren er territoria van o.a. Bosrietzanger (5), Grasmus (2), IJsvogel (1), Kleine Karekiet (22), Porseleinhoen (1), Sprinkhaanzanger (2).

jg. 53, 2017 nr. 4

In memoriam Hans Vader (1940-2017)
De nestor van het broedvogelonderzoek in de Amsterdamse Waterleidingduinen is in november 2017 overleden. Hij heeft daar meer dan vijftig jaar broedvogelmonitoring uitgevoerd. Ook was hij een enthousiast lid van de vogelwerkgroep, onder andere op het gebied van natuurbescherming. Met al het struinen door het duingebied ontwikkelde hij zich bovendien tot een goede amateurarcheoloog.

jg. 53, 2017 nr. 3

Veel minder broedvogels in AW-duinen
De Amsterdamse Waterleidingduinen worden al zestig jaar lang geïnventariseerd op broedvogels. Gemiddeld broeden er jaarlijks zo’n honderd soorten, en over al die jaren opgeteld wel 132 soorten. Maar in 2016 broedden er nog maar zestig soorten. Sterk achteruitgegaan zijn eenden, ralachtigen, steltlopers en roofvogelsoorten als Sperwer en Boomvalk. Deels is deze achteruitgang gelijk opgegaan met de landelijke achteruitgang, maar deels is het een gevolg van de successie in de duinvegetatie. Daarbij hebben de ingrijpende beheermaatregelen van de laatste jaren vooralsnog eerder negatief dan positief gewerkt. Zo heeft het verwijderen van Amerikaanse Vogelkers in 2014 geleid tot een (hopelijk tijdelijke) terugval van Nachtegaal, Goudvink en Zwartkop. Wel mag worden aangenomen dat het huidige afschot van Damherten zal leiden tot herstel van de struiken en lage bomen en daarmee de broedvogelstand.

Boommarter en bomenkap in AW-duinen
Van de gebruikelijke 25 tot 30 territoria van Bosuil in de Amsterdamse Waterleidingduinen is momenteel nog maar de helft over. Grootschalige kapwerkzaamheden en de concurrentie met Boommarter om geschikte boomholten zullen daarvan de oorzaak zijn.

Broedvogels bij de Amsterdamse Golfclub
In 2017 is op verzoek van de Amsterdamse Golfclub een broedvogelinventarisatie gehouden van hun golfterrein in de Houtrakpolder, ten zuiden van Ruigoord. In deze 60 hectaren half-open terrein met waterpartijen werden 46 broedvogelsoorten vastgesteld, verspreid over 278 territoria. Interessante soorten zijn Sperwer, Koekoek, IJsvogel, Groene Specht, Blauwborst, Bosrietzanger, Kleine Karekiet, Spotvogel, Appelvink en Rietgors. Dat ziet er mooi uit, maar de VWG heeft toch een serie aanbevelingen gedaan om het terrein vogelrijker te maken, zoals meer glooiende oevers, meer ondergroei in bosjes en meer ruigten.

Een miljoen voor natuur Houtrakpolder
De provincie Noord-Holland trekt bijna 1 miljoen euro uit voor een natuurlijke aanpassing van 57 hectaren in de Houtrakpolder. Dit wordt dan onderdeel van het natuur- en recreatiegebied Noorderbos van Staatsbosbeheer. De 57 hectaren liggen vooral tussen de Westhoffplas en de Noorderweg. Men wil door waterpeilverhoging een brakke kwel laten ontstaan. Waarschijnlijk beginnen de werkzaamheden in de zomer van 2018.

Vogelmeer bij Bloemendaal even een steltloperparadijs
In de maanden juli en augustus van 2017 werd het Vogelmeer in het nationale park Zuid-Kennemerland steeds interessanter voor steltlopers. Aan de westkant vielen zandplaten droog en dat trok allerlei doortrekkende steltlopers aan, zoals Zwarte Ruiter, Bonte Strandloper, Kleine Plevier, Bontbekplevier, Witgat, Bosruiter, Groenpootruiter, Kemphaan, Kleine Strandloper, Temminck’s Strandloper en Krombekstrandloper.

 

jg. 53, 2017 nr. 2

2017 goed voorjaar voor schaarse zomervogels
Van schaarse zomervogels is het in het voorjaar altijd weer afwachten of ze in je inventarisatiegebied terugkomen. 2017 was wat dat betreft een goed jaar in deze regio. Zomertortel zat weer in de Amsterdamse Waterleidingduinen, vooral bij De Zilk. Wielewaal had vooral in de AW-duinen meerdere zangposten, Grauwe Klauwier zat bij De Olmen in de Kennemerduinen. Fluiter had een recordjaar met alleen al in Duin en Kruidberg zes territoria.

Zwarte Specht kwam, zag en verdween
Zwarte Specht verscheen in de jaren zeventig van de vorige eeuw in de duinstrook van Noord- en Zuid-Holland. Het ging daar een tijdje best aardig met deze soort maar uiteindelijk is er van deze populatie niets meer overgebleven. Een tijdlang werd gedacht dat hij leed onder predatie door Havik maar daarvan is bij duizenden prooiresten van Havik niets gebleken. Andere mogelijke oorzaken zijn het verminderde voedselaanbod door de sterk gekrompen mierenpopulaties in de duinen, en de inteelt die in deze kleine populatie onvermijdelijk was, zo geïsoleerd van de populaties op de zandgronden van Nederland.

Halve ton voor Landje van Gruijters
Het Landje van Gruijters, een brakwatermoerasgebiedje dat ook door Amsterdamse vogelaars wordt bezocht, raakte een beetje in de versukkeling door pitrus en door gebrekkig onderhoud aan greppels en afrastering. Door een gift van 50.000 euro van een stichting kan het opgeknapt worden.

 

jg. 53, 2017 nr. 1

Krooneend in AW-duinen
In de Amsterdamse Waterleidingduinen worden in het winterhalfjaar al langer Krooneenden gezien, maar de laatste twee jaar worden ze ook wel in het broedseizoen gezien. Dat geeft hoop op de eerste broedgevallen hier, wat gezien de ervaring in Meijendel zeker mogelijk is. In dat Haagse infiltratiegebied telt men momenteel al ca. 20 broedgevallen per jaar. Wel zijn daar de grillige waterpartijen geschikter voor Krooneend dan de vaak rechte kanalen in de AW-duinen.

Fietspad door AW-duinen van de baan
De Amsterdamse Waterleidingduinen vormen het grootste aaneengesloten wandel-/natuurgebied van West-Nederland doordat er geen fietspaden zijn, en ook al het overige verkeer niet is toegestaan. De gemeente Zandvoort heeft jarenlang gepleit voor een fietspad door de AW-duinen, maar een werkgroep (Stichting Natuurbelang) heeft dit uiteindelijk na een bodemprocedure met succes weten te verhinderen.

 

Fitis jg. 52, 2016 nr. 4

Minder Nachtegalen in AWD door damherten
Van 2011 tot 2015 is het aantal damherten in de Amsterdamse Waterleidingduinen verdubbeld en is tegelijkertijd het aantal territoria van Nachtegaal sterk afgenomen. In een vergelijkbaar duingebied zonder damherten (Meijendel) is de Nachtegalenstand eerder toegenomen dan afgenomen. In die delen van de AWD waar weinig damherten zijn is het aantal Nachtegalen ongeveer gelijk gebleven. Nu de damhertenpopulatie wordt teruggedrongen zal de Nachtegalenstand van de AWD op termijn kunnen herstellen.

 

jg. 52, 2016 nr. 3

Recordjaar voor Oeverzwaluw in Hoofddorp
De oeverzwaluwwand naast het Willem-Alexander sportcomplex begint nu echt vogels aan te trekken: in 2016 waren 49 van de 63 nesten bezet. De bekende oeverzwaluwwand aan de Toolenburgerplas bleef in 2016 leeg, maar aan de overzijde vonden de vogels een natuurlijke steile wand en daar werden maar liefst 139 nesten geteld.

Jaarrondtellingen Hekslootpolder
De Hekslootpolder is een gevarieerd wetland tussen Haarlem-Noord en Spaarndam. Bij de jaarrondtellingen in 2013-2015 zijn 122 vogelsoorten vastgesteld, met mooie aantallen van bijvoorbeeld Bergeend, Wintertaling, Waterral, Kluut, Watersnip, Huiszwaluw, Graspieper, Kramsvogel.

Nieuw Big Day-record
Op 7 mei 2016 togen twee teams op pad om binnen de regiogrenzen van deze VWG zoveel mogelijk vogelsoorten te zien. Exclusief exoten kwamen ze op een gezamenlijk totaal van 159 soorten, een nieuw record na het vorige record van 150 soorten op 30 april 2012. Het winnende team had 131 soorten en was dan ook om middernacht begonnen.

 

jg. 52, 2016 nr. 2

Houtrakkerbeemden jaarrond geïnventariseerd
In 2014 is vrijwel wekelijks de vogelstand opgetekend van dit wetland ten oosten van Spaarndam. Mooie aantallen werden genoteerd van bijvoorbeeld Lepelaar, Waterral, Kluut, Witgat, Watersnip, Grutto, Kemphaan en Oeverzwaluw. Onder de vele eenden- en ganzensoorten zijn ook Nonnetje en Toendrarietgans, onder de steltlopers ook Zwarte Ruiter en Groenpootruiter.

Roofvogels van de Amsterdamse Waterleidingduinen
In 2015 werden de volgende aantallen territoria vastgesteld: Bosuil 15, Buizerd 19, Havik 11, Sperwer 2, Wespendief 1. De prooiresten van Buizerd zijn al sinds 1989 gedetermineerd: 68% Konijn, 5% Veldmuis, 2,5% Bosmuis, 2,5% Rosse Woelmuis, 2,1% Mol, 1,4% Zandhagedis, 3% Postduif, 2,5% Gaai, 2,3% Grote Bonte Specht, 2,3% Merel, 1,6% Spreeuw en nog 17 diersoorten onder de 1%.

Vogelbotsingen op Schiphol
Door de zachte winter 2014-2015 overleefden veel muizen in Nederland. Zo ook in de graslanden bij de start- en landingsbanen van Schiphol. Dit trok roofvogels aan, waarbij vooral het aantal Torenvalken toenam. Of het veel grotere aantal vogelaanvaringen in 2015 hierdoor veroorzaakt is, is niet direct duidelijk, maar Schiphol schakelt wel over op een grassoort die voor muizen (en insecten) minder aantrekkelijk is.

 

jg. 52, 2016 nr. 1

Lepelaars succesvol bij Haarlem
In een bosje naast de snelweg bij de Buitenliede broeden sinds 2004 Lepelaars. Het begon met drie nesten, maar de aantallen zijn opgelopen tot 35 bezette nesten in 2015. In de directe omgeving is niet veel voedsel te vinden, en het lijkt er sterk op dat ze hun voedsel in de Zaanstreek halen, een kleine twintig kilometer vliegen. Dat gaat de hele dag af en aan, met per nest gemiddeld negen voedseldroppings.
Broeden in bomen in plaats van het traditionele rietmoeras heeft voor de Lepelaar het voordeel dat er geen vossen bij de nesten kunnen komen.

 

jg. 51, 2015 nr. 2 en 4

50 jaar vogels ringen in de AW-duinen
Het vogelringstation in de Amsterdamse Waterleidingduinen bestaat 50 jaar. Er zijn meer dan 250.000 vogels geringd en er zijn duizenden terugmeldingen (dus dat de ring elders is afgelezen). Het aantal vogelsoorten dat per jaar geringd wordt is toegenomen tot meer dan honderd, vooral door het gebruik van lokgeluiden. Zoals van alle ringstations in Nederland kunnen de dagelijkse soortenlijsten worden bekeken op trektellen.nl, onder VRS AW-duinen.

Vale Gierzwaluw in IJmuiden
Op 8 november 2015 werd bij IJmuiden langdurig een Vale Gierzwaluw waargenomen. Het onderscheid met de gewone Gierzwaluw is niet makkelijk maar met goed licht en korte afstand wel te doen voor een geoefende waarnemer. Sowieso moet je bij gierzwaluwen in november erop bedacht zijn dat het Vale kunnen zijn. Dit was de 375e vogelsoort in de geschiedenis van deze buur-VWG.

Record aantal Sperwergrasmus in Kennemerduinen
2014 was een bijzonder jaar voor Vogelringstation Van Lennep in de Kennemerduinen. Ze vingen meer soorten dan ooit, namelijk 122. Nieuw was bijvoorbeeld Bergfluiter en Orpheusspotvogel. De grote klapper was echter wel dat er in dat jaar maar liefst 28 Sperwergrasmussen werden geringd. Al sinds 2010 neemt deze soort toe op dit ringstation, en als deze trend doorzet moeten we misschien denken aan een geleidelijke verlegging van de normale trekroutes. Die lopen over Zuidoost-Europa maar misschien ontstaan er westelijker nieuwe trekbanen en overwinteringsgebieden?

Minder begrazing in de AW-duinen
Deze VWG heeft bij Waternet aangegeven dat de begrazing met schapen, runderen en damherten in de Amsterdamse Waterleidingduinen te intensief is. De begrazing mag dan nuttig zijn om de vergrassing van de duinen tegen te gaan, maar de diversiteit aan bloeiende planten en aan insecten gaat de laatste jaren hard achteruit. Waternet heeft nu laten weten dat de begrazing met schapen en runderen sterk verminderd zal worden.

Landje van Gruijters
Sinds 2003 wordt het natte Landje van Gruijters, waar ook Amsterdamse vogelaars graag komen, systematisch geteld op watervogels. Sinds 2010 wordt er zelfs jaarrond wekelijks geteld, en niet alleen op watervogels. Kluut is één van de broedvogelsoorten waardoor het Landje bekendheid kreeg. Steltlopers die er in het voorjaar lange tijd blijven hangen maar net niet tot broeden komen (of mogelijk recentelijk toch wel) zijn Kleine Plevier en Bontbekplevier. Temminck’s Srandloper is een regelmatige gast. Rouwkwikstaart zit er vrijwel elk voorjaar in maart/april.

 

jg. 51, 2015 nr. 3

Roofvogels en uilen AWD sinds 2004
De aantallen broedterritoria van roofvogels en uilen in de Amsterdamse Waterleidingduinen waren sinds 2004 eerst tamelijk stabiel maar geven sinds 2011 (tot 2014) een ander beeld: Bosuil en Buizerd nemen af. Mogelijk hangt dit samen met een grotere recreatiedruk en het kappen van bos. Havik deed het in 2014 ineens weer beter met 13 territoria. Ook werd in 2014 weer eens een broedende Wespendief aangetroffen.

En nu allemaal aan de retro-invoer!
Geïnspireerd door onze Ruud Vlek, die uit oude archieven fraaie vogelwaarnemingen weet te halen om ze vervolgens in te voeren in waarneming.nl, worden de leden opgeroepen om ook in oude geschriften te gaan snuffelen.

Zestig jaar VWG-publicaties digitaal
In het afgelopen jaar zijn alle nummers van de Fitis en voorgangers gedigitaliseerd en opgeslagen op natuurtijdschriften.nl, een initiatief van Naturalis Biodiversity Center. Het oudste document is van 1956. Vele jaren veldwerk en mooie staaltjes van onderzoekswerk zijn nu voor iedereen toegankelijk. Ook is dit materiaal een mooie bron voor de bovengenoemde retro-invoer!

 

jg. 51, 2014 nr. 1

Visdiefkolonie op grinddak Nieuw-Vennep
Er zijn steeds minder bedrijfsgebouwen waarvan het dak nog met grind is bedekt. Daarom was het slecht nieuws dat de eigenaar van het Nieuw-Vennepse bedrijf dat al jaren een Visdiefkolonie op het grinddak heeft, er nu wel eens van af wil. Alternatieven zijn eigenlijk niet te vinden, maar plotseling bleek dat de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland het bedrijf heeft verboden de kolonie te hinderen. De VWG monitort de kolonie nu met een drone. Leermoment daarbij was dat laagvliegen geen nut heeft want je kunt de eieren toch niet goed van het grind onderscheiden. Hoger vliegen is voldoende om de nesten te tellen en natuurlijk rustiger voor de vogels zelf.

Overzichtsboek over vogels in de regio
‘Vrije vogels – Dynamiek in de vogelstand van Zuid-Kennemerland en Haarlemmermeer’ is de titel van een nieuw boek van deze VWG. Het is uitgebracht ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de Fitis, het kwartaalblad van de VWG. Meer nog dan de in 1998 verschenen regionale avifauna ‘Vogels in het Landschap’ is het een thematisch boekwerk geworden (ganzenproblemen, Kennemermeer, ontwikkelingen in de duinen, etc.) maar evengoed is er ook een nieuw avifaunistisch overzicht in opgenomen. De prijs is 20 euro, meer info staat op vwgzkl.nl/publicaties/boek. Raadpleeg op deze website dan ook meteen even onder het kopje Vogels kijken een aantal vogelkijkpunten van onze westerburen.

 

jg. 50, 2014 nr. 2 en 3

Raaf in en bij de AW-duinen
Er is een behoorlijke kans dat Raven tot broeden zullen komen in de Amsterdamse Waterleidingduinen. Er zijn al waarnemingen vlakbij de AW-duinen, en bij Wassenaar hebben in 2012 en 2013 Raven gebroed, de eerste broedgevallen in Zuid-Holland sinds 1904. Raven broeden sinds de herintroductie in 1966 nu in diverse Nederlandse zandgebieden, zo ook in Het Gooi. De Amsterdamse Waterleidingduinen lijken heel gunstig voor deze indrukwekkende soort.

Krakeend wordt stadsvogel
Dat je vroeger vanuit de bus van Amsterdam naar Lelystad-Haven reikhalzend uitkeek naar Krakeenden langs de Oostvaardersdijk, dat kun je je haast niet meer voorstellen. Deze onopvallende eend is inmiddels zo algemeen geworden, dat hij binnenkort (of misschien nu al) tot de stadsvogels gerekend mag worden. Wel lijken ze in koude winters nog weg te trekken.

Kijkscherm Noordzeekanaal
Bij een stuk natuurvriendelijke oever aan het Noordzeekanaal staat een vogelkijkscherm. De boompjes die er voor zijn opgeschoten zullen verwijderd worden. Het scherm is te vinden nabij afslag R103 van de N202.

Bijeneter en Vos
In het nationaal park Zuid-Kennemerland heeft een paartje Bijeneters deze zomer een broedpoging gewaagd maar een Vos maakte daar een einde aan.

 

jg. 50, 2014 nr. 1

Strandreservaat Noordvoort
Halverwege Noordwijk en Zandvoort (vandaar ‘Noordvoort’) is een strandreservaat gecreëerd. Het project Noordvoort strekt zich uit tussen de strandpalen 70 en 73, op de grens tussen de provincies Noord- en Zuid-Holland, ten noorden van Langevelderslag. Het strandreservaat, onderdeel van het project, moet een rust- en foerageergebied worden voor meeuwen, sterns en steltlopers. Geprobeerd zal worden verstoring door recreatie en schelpenoogst te verminderen. Vogeltellingen laten zien dat dit relatief rustige deel van het strand al veel van de genoemde vogels aantrekt. Voor meeuwenkenners kan dit een belangrijke plek worden om bijzondere soorten of ondersoorten op te sporen. Het strandreservaat ligt 2-3 km ten noorden van Langevelderslag en is behalve te voet ook - achter de zeereep langs - per fiets bereikbaar.

Steltlopers Landje van Gruijters in 2013
Veel vogelaars die het Landje van Gruijters bij Spaarndam nog niet kenden zijn daar in het voorjaar van 2013 vanzelf terechtgekomen, doordat een Terekruiter er een kleine week verblijf hield. Maxima van andere steltlopers in hetzelfde jaar waren: Bosruiter (14, 2e week mei), Groenpootruiter (13; 3e week mei), Kemphaan (slechts 8; maart), Kleine Plevier (22, inclusief juvenielen; juli), Kluut (60, inclusief juvenielen; eind juni), Oeverloper (16; begin augustus), Regenwulp (2; begin mei), Tureluur (50; 1e week juni), Witgat (20; aug./sep.), Zwarte Ruiter (9; mei). In totaal hebben dat jaar 24 steltlopersoorten het gebied bezocht in het voorjaar, en 16 in de nazomer.

 

jg. 49, 2013 nr. 3

Roofvogel- en uilenstand in de AW-duinen in 2012
De uilen en roofvogels van de Amsterdamse Waterleidingduinen worden sinds 1961 jaarlijks geïnventariseerd. In 2012 werden 20 territoria van Bosuil, 19 van Buizerd en 10 van Havik vastgesteld. Wespendief broedde er de twee voorgaande jaren wel maar kwam nu, mogelijk wegens het koude voorjaar, niet tot broeden. De reproductie van Bosuil is afgenomen, waarschijnlijk doordat er steeds minder Bosmuizen en Rosse Woelmuizen zijn. Dit is mede het gevolg van de intensieve begrazing met koeien en schapen om Vogelkers te bestrijden.

 

jg. 49, 2013 nr. 2

Landje van Gruijters 2012
Dit moerasgebiedje bij Spaarndam, waar ook Amsterdamse vogelaars graag komen, was in 2012 eigenlijk te nat voor de steltlopers, terwijl het in 2011 juist te droog was. Toch zijn in beide jaren wel ca. 18 soorten steltlopers gezien. Het aantal soorten steltlopers per week liep vanaf maart snel op maar beleefde zijn piek pas in juni, toen het waterpeil eindelijk wat zakte. In augustus, normaal ook een piektijd voor steltlopers, waren er weinig soorten want het waterpeil was weer gestegen.

Terekruiter Spaarndam
Routinematig stapte Paul van Wieringen in de ochtend van maandag 27 mei 2013 weer eens op de fiets voor zijn zoveelste bezoek aan het Landje van Gruijters, altijd met kijker en camera. Hij kreeg daar een vreemde steltloper in beeld, en zocht thuis aan de hand van zijn foto’s na wat het was, een Terekruiter dus. Na enige aarzeling zette hij hem op waarneming.nl, met foto’s, en ’s middags ging hij eens kijken wat het gevolg daarvan was. Een drukte van belang natuurlijk, inclusief verschillende vogelaars van de VWGA. Deze Terekruiter liet zich veel gemakkelijker bekijken dan het (zelfde?) exemplaar dat vlak daarvoor in Zeeland zat. Nu was de vogel van veel dichterbij te bekijken, in prachtig licht.

 

jg. 49, 2013 nr. 1

Stuivende zeeduinen bij Parnassia
In het Nationale Park Kennemerduinen worden iets ten noorden van Parnassia ‘windsleuven’ in de zeereep gegraven om de zeereepduinen weer te laten stuiven. Tapuiten zouden weer kunnen broeden, zeker nu de konijnenstand (broedholen voor Tapuit) weer is toegenomen. Ook is er kans op het ontstaan van natte duinvalleien, met eerst Kleine Plevier en later Blauwborst.

Nieuw record regiojaarlijst
Lars Buckx heeft in 2012 met zijn jaarlijst het record van deze regio verbeterd, hij kwam op 238 soorten. Het was even stressen op school wegens zijn eindexamen, maar daarna had hij veel vrije tijd. Tegen het eind van het jaar werd het wel taai, en onzeker of hij het oude record van 236 soorten zou verbeteren. Dat lukte hem met een Kleine Bonte Specht en, op de laatste dag van het jaar, een Stormvogeltje.

Harm Botman 1952-2012
Verschillende leden van de VWGA nemen behalve aan de Amsterdamse emailgroep AVN ook deel aan de emailgroep VZK van Zuid-Kennemerland. Daar waren vaak bijdragen te lezen van Harm Botman, vakfotograaf en vogelaar. Hij is in december 2012 overleden na een ziekte die zich eind 2011 openbaarde. Hij was één van de leden van het Groot Grondgaaien Genootschap, dat expedities in Azië ondernam om alle grondgaaien te zien, wat ook gelukt is.

 

Fitis jg. 48, 2012 nr. 4

Weidevogels Spaarndam/Haarlemmerliede 2012
In 2012 telde men hier 47 broedgevallen van Grutto, 24 van Kievit, 26 van Tureluur en 5 van Scholekster. Dit is vergelijkbaar met 2010 en 2011, hoewel 2011 een beter jaar was. Mogelijk zijn er in 2012 broedgevallen gemist doordat er al eerder pullen waren dan verwacht. Door het goede contact van de vrijwilligers met de boeren heeft één van de boeren het maaien, dat op 1 juni zou beginnen, een paar weken uitgesteld omdat er nog jonge vogels in zijn wei waren gezien.

Jacht in Amsterdamse Waterleidingduinen nu echt beëindigd
Norman Graafsma merkte dat er toch nog een valkenier rondliep in de Amsterdamse Waterleidingduinen (AWD). Hij klom nogmaals in de pen (na eerdere pogingen), en uiteindelijk heeft Waternet de vergunning ingetrokken, nadat ook de Amsterdamse politiek hierover via de Partij voor de Dieren was ingelicht.

 

jg. 48, 2012 nr. 3

Broedvogels van landgoederen
Bij Velzen ligt een voor de Randstad uniek cluster van landgoederen van 140 hectare. Daar worden al jaren de broedvogels geteld, en dat moet gezien de dichtheden en soortenrijkdom een genoegen zijn. In landgoed Waterland &Meervliet had men in 2010 37 soorten en 458 broedterritoria, en een dichtheid van 17,5 territoria per hectare. Schoonenberg & Hoogergeest telde 35 broedvogelsoorten, en het kleinere Wildhoef 28 soorten.

 

jg. 48, 2012 nr. 2

Steltlopers Landje van Gruijters
De grootste variatie aan steltlopers is hier te vinden tussen half maart en eind mei, met een piek van 15-19 soorten eind april, begin mei. Maxima in 2011 waren bijvoorbeeld Groenpootruiter 30, Bosruiter 19, Witgat 20, Zwarte Ruiter 11, Kleine Plevier 10, Oeverloper 10, Watersnip 15. Het Landje van Gruijters is voor steltlopers veel belangrijker als fourageer- en rustgebied dan als broedgebied, en daarom luistert het waterniveau vrij nauw (niet te droog, niet te nat).

 

Fitis jg. 48, 2012 nr. 1

Jaarlijsten regio Zuid-Kennemerland
Sinds 2000 houdt de Vogelwerkgroep van Haarlem en omstreken jaarlijsten bij: welke soorten zijn in het VWG-werkgebied in een jaar waargenomen. Dat levert interessante schommelingen op in de totale aantallen, en ook in de lijstjes met ‘knallers’ en wat er gemist is. De totalen variëren van 254 in 2009 tot 275 in 2001. Er zijn 230 soorten die alle twaalf jaren (2000-2011) gezien werden. Daar zijn overigens ook soorten bij die vrijwel uitsluitend op de vinkenbanen (ringstations) gezien werden, zoals Sperwergrasmus.
Maar de leukste opsomming is die van de soorten die niet ieder jaar gezien worden. Deze lijst telt 95 soorten, met bijvoorbeeld Monniksgier, Dwergarend, Goudlijster en Notenkraker als eenmalige soorten in die twaalf jaar. Opvallende soorten die in bijna alle twaalf jaren gezien werden zijn bijvoorbeeld Roodpootvalk, Bijeneter, Hop en Pestvogel.

In memoriam Truus Bloem
Truus Bloem-Margadant is in februari van dit jaar op 97-jarige leeftijd overleden. In 1951 richtte zij samen met echtgenoot Freek Bloem de Vogelwerkgroep Haarlem op (nu dus Zuid-Kennemerland geheten). In 2011 was zij nog te gast bij het 60-jarig jubileum. Samen met Freek was zij de initiatiefneemster van de gecoördineerde landelijke trektellingen vanaf het eind van de jaren ’50. Ook ontwierpen zij een handige notatiemet hode voor broedvogelinventarisaties waardoor je ’s avonds niets meer hoefde uit te werken. Zelf heb ik deze methode in het verleden ook met veel plezier gebruikt.

 

jg. 47, 2011 nr. 4

Broedvogelinventarisatie Kennemerduinen 1990-2011
Het gevarieerde zuidwestelijke deel van de Kennemerduinen is nu ruim twintig jaar geïnventariseerd op broedvogels. Het gaat om een gebied van 288 ha., grotendeels bestaand uit open vegetatie maar het omvat bijvoorbeeld ook het Vogelmeer en enkele dennenbossen. De variatie aan broedvogels is groot, met in 2011 o.a. Slobeend, Geoorde Fuut, Havik, Kleine Plevier, Houtsnip, Ransuil, Boomleeuwerik, Boom- en Graspieper, Nachtegaal (73 territoria), Blauwborst, Gekraagde Roodstaart, Sprinkhaanzanger, Kleine Karekiet, Braamsluiper, Grasmus (149 territoria), Kuifmees, Glanskop, Kneu (22 territoria), Goudvink en Rietgors.

Visdiefkolonie in Nieuw Vennep
Op het platte dak van het bedrijf AA Verhuizers broeden al jaren Visdieven. In 2010 heeft de vogelwerkgroep de eigenaar bijgestaan om de overlast van Visdieven te beperken want die vielen de bezoekers aan. De VWG zorgde voor betrouwbare nestgelegenheid wat verder weg van de bezoekers. Dat was op zich al een succesverhaal, maar het gaat nog door: in 2011 waren er 109 nesten op het dak (in 2010 68) en zijn er 103 jongen geringd.

 

jg. 47, 2011 nr. 3

Gekleurringde Zilvermeeuwen IJmuiden
Op het Forteiland van IJmuiden worden broedende adulte Zilvermeeuwen van een groene kleurring voorzien. Het doel is inzicht te krijgen in verplaatsingen en levensgeschiedenissen van individuele vogels. De code op de groene kleurring bestaat uit vier letters, met een punt tussen de eerste en de tweede letter. Aflezingen kunnen worden doorgegeven aan kees.camphuysen@nioz.nl.

 

jg. 47, 2011 nr. 2

Hekslootpolder 10 jaar geteld
In deze kleine polder tegen de stadsrand van Haarlem zijn in de afgelopen tien jaar 152 vogelsoorten gezien, waarvan er 33 op de Rode Lijst staan. Zestien van die 33 Rode Lijstsoorten hebben er ook gebroed, waaronder Kemphaan.

 

jg. 47, 2011 nr. 1, jubileumuitgave

De Vogelwerkgroep Zuid-Kennemerland (Haarlem en omstreken) bestaat zestig jaar. Het jubileumnummer van hun blad Fitis telt maar liefst 100 pagina's, en 52 daarvan zijn gewijd aan een uitvoerige bespreking van (op-)nieuw verschenen soorten en (bijna) verdwenen soorten in deze regio, gezien over die periode van zestig jaar.

Nieuw of opnieuw verschenen zijn: Geoorde Fuut, Aalscholver, Roerdomp, Ooievaar, Lepelaar, Rietgans, Grauwe Gans, Brandgans, Nijlgans, Tafeleend, Havik, Wespendief, Slechtvalk, Fazant, Zwartkopmeeuw, Halsbandparkiet, IJsvogel, Huiszwaluw, Baardman, Appelvink, Goudvink.

Verdwenen of bijna verdwenen zijn: Zomertaling, Mandarijneend, Eider, Boomvalk, Patrijs, Scholekster, Kleine Plevier, Goudplevier, Kemphaan, Wulp, Grutto, Watersnip, Zomertortel, Kerkuil, Zwarte Specht, Kuifleeuwerik, Veldleeuwerik, Gele Kwikstaart, Paapje, Tapuit, Grote Lijster, Spotvogel, Fluiter, Bonte Vliegenvanger, Grauwe Klauwier, Wielewaal, Roek, Ringmus, Frater, Geelgors.

Grauwe Klauwier was sinds 1983 afwezig, maar broedt hier de laatste paar jaar toch weer. Roerdomp wordt de laatste tijd als broedvogel genoteerd in de natte stukken van de Amsterdamse Waterleidingduinen.

Vaak zien vogelaars de sterke toename van Havik als oorzaak van het verdwijnen van Zwarte Specht in het duingebied. Maar in de duizenden onderzochte plukresten van Havik is hier nooit een spoor van Zwarte Specht gevonden.

 

jg. 46, 2010 nr. 4

Daling aantal IJsvogels
Het aantal IJsvogelterritoria in Zuid-Kennemerland is na de piek van 2008 (28 territoria) teruggezakt naar zeven in 2010.

Toename Wespendief
In Zuid-Kennemerland lijkt de Wespendief toe te nemen. Zie ook bij VWG Midden-Kennemerland.

Vangsten van Blauwstaart
Op het vogelringstation Van Lennep nabij Parnassia werden op twee achtereenvolgende dagen (31 oktober en 1 november 2010) twee verschillende Blauwstaarten gevangen.

Nieuwe druk Natuurkaart
Er is een derde, herziene druk uitgebracht van de Natuurkaart Zuid-Kennemerland. Te koop in de boekhandels daar, maar ook bij bol.com.

 
jg. 46, 2010 nr. 2 en 3

Broedvogels Kennemerstrand
Het nieuwe strandgebied aan de voet van de pier van IJmuiden is in 2009 geïnventariseerd op broedvogels. Opvallende aantallen territoria zijn die van Tafeleend (15), Heggenmus (26), Nachtegaal (7), Blauwborst (4), Bosrietzanger (10), Braamsluiper (10), Fitis (41), Baardman (1). Het gebied bestaat naast het nieuwe Kennemermeer uit een uitgebreid struweel. De getelde oppervlakte beslaat 40 ha. Er zijn maatregelen getroffen om illegaal crossen etc. tegen te gaan maar de recreatiedruk zal groot blijven. Hopelijk komt het gebied in handen van Natuurmonumenten.

Visdiefkolonie op loods in Nieuw Vennep
Hans Vader vertelt hoe hij het voor elkaar heeft gekregen dat de visdieven op dit dak beschermd werden. Met subsidie, en met medewerking van de loodsbaas, die verlies van klandizie vreesde door de daadwerkelijk felle aanvallen van de broedende visdieven. Op het dak werden gresbuizen geplaatst zodat de jongen daarin beschutting konden vinden. Voorheen zochten ze die beschutting aan de rand van het dak en dus vlakbij de bezoekende klanten, met de aanvallen van de oudervogels als gevolg.

Slangenarenden in de regio
Diverse keren zijn in de regio Zuid-Kennemerland sinds 2000 langs trekkende Slangenarenden gezien, waaronder in 2008 (eerste aanvaarde geval, met foto), 2009 en 2010. Niet alleen in het duingebied, maar ook in het grensgebied met de VWG Amsterdam (Houtrakpolder en Ruigoord).

jg. 46, 2010 nr.1


Tien jaar Gierzwaluwnestkasten

In het Haarlemse Garenskokerskwartier zijn tien jaar geleden 92 nestkasten voor Gierzwaluwen geplaatst. Kennelijk is het voor deze soort moeilijk om zich buiten de bestaande kolonies in de oude stad te vestigen, want na tien jaar is nog steeds slechts 10% van de kasten bezet door Gierzwaluw. Andere soorten, zoals Huismus, maken er soms wel gebruik van.

jg. 45, 2009 nr.3 en 4

Slechtvalken Waarderpolder
Het paar Slechtvalken van de KPN-toren bracht in 2008 drie en in 2009 vier jongen groot. Opvallend is dat in de groenstrook onder de toren in beide jaren Sperwers broedden, misschien omdat ze bij de Slechtvalken bescherming zochten tegen hun eigen predator (Havik).

Gierzwaluwbescherming in IJmuiden
In een nieuwbouwwijk die in 2008 werd opgeleverd werden maar liefst 11 van de 14 inbouwneststenen door Gierzwaluwen bezet. De Gierzwaluwdakpannen in het zelfde project waren veel minder succesvol.

Oeverzwaluwen Zuid-Kennemerland
De VWG heeft een oeverzwaluwwerkgroep opgericht, coördinator is Marcel Schalkwijk.

 

jg. 45, 2009 nr. 2

Waterstanden in AWD
Het “1e infiltratiegebied” van de Amsterdamse Waterleidingduinen zou een voor vogels gunstiger waterpeilbeheer krijgen maar het schijnt nog niet erg te willen lukken.

Stormmeeuwen Rijsenhout
Bij een kassencomplex in Rijsenhout (dat grenst aan Aalsmeer) is een kolonie van 4-6 broedparen Stormmeeuw aangetroffen.

Oeverzwaluwen Hoofddorp
De oeverzwaluwenwand in de Toolenburgerplas in Hoofddorp doet het goed met 66 broedparen in 2008.

 
jg. 45, 2009 nr.1

Kennemerduin in 1951
Herman Leijs blikt terug op broedvogelinventarisaties die hij in dit gebied verrichte in de jaren ’50. In 1951 had hij er 14 paar Houtsnip, 11 paar Tapuit, 9 paar Nachtzwaluw, 7 paar Ransuil, 5 paar Grauwe Klauwier, 4 paar Paapje en 3 paar Steenuil.

 

jg. 44, 2008 nr. 3+4

Weidevogels rond Spaarnwoude 1989-2008
Mark Kuiper laat in dit gedegen artikel weten dat Watersnip hier nog wel broedt, maar Zomertaling en Slobeend sterk te lijden hebben gehad van de komst van de Vos. Ook Grutto en Kievit zijn daardoor sterk achteruitgegaan. De opkomst van de Vos hangt samen met het opkomen van bosjes en andere begroeiing, welke geleidelijk zullen worden verwijderd.

IJslandse Grutto’s
In de Gruijterspolder worden de laatste jaren maximaal 45 IJslanders gezien. Het artikel bevat diverse waarnemingstips en enkele kleurenfoto’s. Beste kenmerk van deze gewilde maar niet zo gemakkelijk te determineren ondersoort blijft de diep roodbruine kleur in plaats van de oranjebruine kleur van de gewone Grutto.

Geslaagd broedgeval van Slechtvalk bij Spaarnwoude
Sinds 2006 hangt hier een paartje rond en in 2008 namen zij de nieuwe kast in gebruik. Van het eerste legsel gingen de eieren verloren, maar uit een tweede legsel kwamen twee uitgevlogen jongen voort. Dit brengt het aantal broedgevallen in Noord-Holland op vier: naast dit nieuwe geval de twee in Amsterdam (Hemweg-centrale en Afvalcentrale

 

jg. 44, 2008 nr. 2

Temmincks Strandloper op het Landje van Gruijters
Er waren tussen 3 en 24 mei 2008 opvallende aantallen Temmincks Strandloper in dit fraaie wetland bij Spaarndam, met als record 24 exemplaren op 8 mei. Landelijk gezien is dit een erg hoog aantal.

Big Day 10 mei 2008
De uitgebreide verhalen van twee teams zijn uiteraard ook nuttig voor Amsterdamse vogelaars gezien de nabijheid van diverse vogelplekken. Het winnende team had 128 soorten, evenveel als het winnende team in Amsterdam in 2007.

 

jg. 44, 2008 nr. 1

Grauwe Klauwier neemt toe in de duinen
Naast de broedgevallen van 2005, 2006 en 2007 bij Castricum en het broedgeval van 2006 in de AW-duinen was er in 2007 een broedgeval in de Kennemerduinen (bij Klein Olmen). Dit nest, in een dicht duindoornstruweel met enkele kleine bomen en met open zandige plekken in de buurt, leverde drie jongen op. Vooral door vergrassing en de daarmee samenhangende afname van prooidieren zoals hagedissen en bepaalde insecten, is de soort destijds uit de duinen verdwenen. Mogelijk heeft de tegenwoordige begrazing met runderen dus bijgedragen aan de ogenschijnlijke terugkeer van de klauwier in de duinen.

Ganzenafschot rond Schiphol
Over de frustraties van onderzoeker en VWG-lid Fred Cottaar naar aanleiding van zijn onderzoek in 2006. Zijn rapport bevatte een veelzijdige reeks van maatregelen tegen de ganzen wegens hun mogelijke gevaar voor het vliegverkeer. Daaronder bijvoorbeeld het direct omploegen van pas geoogste akkers. Hij heeft er nooit meer iets over gehoord, totdat er in maart 2008 ineens op ganzen geschoten werd. De straal van 10 km waarbinnen geschoten wordt noemt hij een willekeurig bedenksel van Schiphol zelf.