Samenvattingen van artikelen in De Kruisbek,
het blad van de Vogelwacht Utrecht. In mijn rubriek 'Wat
vinden de buren' in De Gierzwaluw, het
blad van de Vogelwerkgroep Amsterdam.
John van der Woude - www.jvanderw.nl
Index
|
|
jg. 61, 2018 nrs. 2, 3, 4.
Vogelparadijs De Eempolders De Eempolders
vormen één van de belangrijkste weidevogelgebieden in
West/Midden-Nederland. Het is een groot gebied langs het riviertje de
Eem, ten oosten van Baarn. Een bij veel vogelaars geliefd pad loopt
over de zomerdijk vanaf de Corsrijkseweg naar het Eemmeer. Dit
deelgebied heet Noordpolder te Veld en de lucht kan er vol hangen met
territoriale weidevogels, zeker als er weer eens een Bruine Kiekendief
langskomt. Lokale vogelaars gaan voor bijzondere doortrekkers graag
naar het plas-drasgebied langs de doodlopende Kampenweg in het noorden
van de Eempolders (52.2826, 5.2958). Intrigerend zijn de broedgevallen
van Velduilen in de laatste jaren. De meeste kans om ze te zien is in
de avondschemer langs de Noord Ervenweg.
Broedvogels Tienhovense Plassen Ten oosten
van Breukelen liggen de Tienhovense Plassen, destijds net als de
Botshol (dat tot het werkgebied van de VWGA behoort) een bekend gebied
voor Woudaap. Eveneens net als in de Botshol loopt hier al decennia
lang een broedvogelinventarisatie, met vergelijkbare trends (zoals de
neergang van Grote Karekiet en de sterke opkomst van Rietzanger). Ook
wordt hier net als in de
Botshol gezorgd voor een rijke stand van Snor door in de winter
struiken en boompjes uit het riet te verwijderen.
De onbekende Leusderheide De Leusderheide is
een 1000 hectare groot oefenterrein van Defensie tussen Amersfoort en
Doorn. Omdat je er niet in mag is het voor veel vogelaars terra
incognita gebleven, behalve voor de geluksvogels die er
inventariseren. Die tellen maar liefst 40 territoria van Nachtzwaluw,
70 territoria van Roodborsttapuit en 35 territoria van Boomleeuwerik.
Daar staat wel tegenover dat Wulp, Tapuit en Geelgors er niet meer
broeden. Rode Lijstsoorten Koekoek, Ransuil, Veldleeuwerik en Kneu
zijn stabiel. In de meeste winters verblijven er maar liefst vier
Klapeksters. Verder staat het gebied bekend om de grote aantallen
Zandhagedissen, naar schatting 25.000. Vanaf de Doornseweg (Leusden)
heb je met ochtendlicht goed zicht op een groot heideveld, en dat is
maar ruim een half uur rijden met de auto vanuit Amsterdam. Toch is
het jammer dat we dit veruit grootste heidegebied in de wijdere
omgeving van Amsterdam niet kunnen betreden.
|
|
jg. 60, 2017 nr. 5
Midwinter roofvogeltelling 2017 Bij de
jaarlijkse roofvogeltelling in de provincie Utrecht in februari was
Buizerd weer verreweg het talrijkst (428 exemplaren), gevolgd door
Torenvalk (72). Opvallend genoeg bezette Slechtvalk dit jaar de derde
plaats, met 16 exemplaren. Vierde en vijfde werden Sperwer (12) en
Havik (11). Voor het eerst werd ook een Zeearend gezien op deze
telling.
|
|
jg. 60, 2017 nr. 2 en 3
Excursies voor brugklassen In Amersfoort
worden met succes vogelexcursies voor brugklassen gehouden in een
park, als onderdeel van een biologie-project. In groepjes van acht
leerlingen laten twee vrijwilligers van de Vogelwacht in 40 minuten
vogelsoorten aantekenen op zoekkaarten, eind mei/begin juni. Misschien
is dit ook een idee voor een school in Amsterdam of Amstelveen?
Een broedterritorium van Grote Gele Kwikstaart in Amersfoort
Grote Gele Kwikstaart broedt in Nederland eigenlijk alleen langs
enkele beken in het oosten van het land en in Zuid-Limburg. In de
winter zitten ze ook in het westen van het land, zelfs in de steden.
Groot was de verrassing toen half april bij de Koppelpoort van
Amersfoort een Grote Gele Kwikstaart werd gezien nadat toch eigenlijk
de Amersfoortse winterwaarnemingen in maart al op hun einde waren
gelopen. Bovendien werden er even later twee exemplaren gezien.
Broeden is niet vastgesteld maar de vele waarnemingen in mei en juni
(met ook enkele malen de zang) maken dat dit geval voldoet aan de
criteria voor een broedterritorium.
|
|
jg. 60, 2017 nr. 1
Slechtvalken in de provincie Utrecht Ook in
de provincie Utrecht worden de laatste jaren slechtvalknestkasten
geplaatst: Provinciehuis, Zendmast Lopik, Onze Lieve Vrouwetoren
Amersfoort, Stadskantoor Utrecht en in 2016 ook het Van der Valk-hotel
in Houten. Het meest succesvol waren de nestkasten van Lopik (in 2013,
2014 en 2015 steeds vier jongen) en Amersfoort (in 2016 ook vier
jongen).
|
|
jg. 59, 2016 nr. 5
Hoe om te gaan met de festivalisering van het groen
Het groeiend aantal festivals in parken en groengebieden maakt nieuwe
regelgeving nodig, zeggen niet alleen ecologen en natuurbeschermers
maar ook de festivalorganisatoren zelf. Vogelwacht Utrecht had
bemoeienis met twee festivals in de zomer van 2016 en denkt dat het
tijd is voor samenwerking waarin afspraken gemaakt worden over tijd en
plaats van de festivals. Vogelbescherming Nederland is ook
geraadpleegd maar zij zijn er niet zeker van dat de festivals
werkelijk een bedreiging zijn voor de vogelstand. Wel hoopt
Vogelbescherming op goede afspraken op provinciaal niveau, omdat de
provincies met ingang van 1 januari 2017 meer bevoegdheden hebben door
de nieuwe natuurbeschermingswet.
|
|
jg. 59, 2016 nr. 4
Midwinter roofvogeltelling 2016 In februari werd bij deze jaarlijkse telling in de hele
provincie Utrecht (langs vaste routes met per route ca. 20 telpunten)
een kleine 500 roofvogels geteld: 81% Buizerd, 10 % Torenvalk, 4%
Sperwer, 3% Havik, 1% Slechtvalk. Met minder dan 1% elk waren
Ruigpootbuizerd, Blauwe Kiekendief, Bruine Kiekendief, Smelleken en
Rode Wouw aanwezig.
|
|
jg. 59, 2016 nr. 2 en 3
Purperreiger in de Vechtplassen In het
Naardermeer, de Breukeleveense Plas en de Loenderveense Plas bevinden
zich kolonies van Purperreiger. Sinds 1991 is het totaal aantal nesten
toegenomen van 50 naar 100. Recentelijk is wel de kolonie op de
Loenderveense Plas verloren gegaan doordat de oevervegetatie was
aangetast door ganzenvraat, maar Waternet verjaagt de ganzen daar nu
zodat de vegetatie zich kan herstellen. De Purperreigers foerageren
tot zo’n 15 km in de omtrek, vooral langs sloten in de
veenweidegebieden.
De westelijke Eempolders in 1950 Rinke Tolman
inventariseerde in 1950 2000 ha van de westelijke Eempolders. Het
verslag daarvan is integraal overgenomen in De Kruisbek en de
aantallen territoria stemmen tot enige weemoed: Kievit 460, Grutto
390, Tureluur 420, Kemphaan 60-70 hanen op de toernooivelden, Gele
Kwikstaart 270, Graspieper 540, Veldleeuwerik 480, Zomertaling 16,
Kwartel 3, Grote Karekiet 25. Wel was Rietzanger toen veel zeldzamer
dan nu: Tolman telde slechts 6 territoria.
Vogelen met de fietsboot op de Eem Van half
april tot in oktober vaart de toeristische fietsboot de Eemlijn vanuit
Amersfoort naar Huizen of Spakenburg. Vanaf de boot kun je vogels
kijken, en omdat er diverse opstapplaatsen zijn kun je de boottocht
naar believen inlassen in een vogelfietstocht door het Gooi en de
westelijke Eempolders. Zie verder www.eemlijn.nl.
|
|
jg. 59, 2016 nr. 1
Ruiende Casarca’s in het Eemmeer In het
westelijke deel van het Eemmeer ruien sinds 1995 Casarca’s in
juli-augustus. De aantallen zijn toegenomen tot ca. 800 in de laatste
jaren. In Nederland zelf broeden rond de twintig paren, waarschijnlijk
zijn dit verwilderde vogels uit collecties. De vraag is nu of die 800
vogels afkomstig zijn van verwilderde populaties elders in Europa, of
dat er toch ook wilde vogels bij zitten uit ZO-Europa. Daarom zijn
zo’n honderd van deze vogels voorzien van halsringen die door
vogelaars in heel Europa kunnen worden afgelezen. De eerste resultaten
van dit onderzoek wijzen erop dat de hier ruiende Casarca’s mogelijk
alle afkomstig zijn uit Duitsland en Zwitserland, landen met een grote
populatie aan verwilderde Casarca’s. Het onderzoek wordt voortgezet
want uitwisseling van deze verwilderde vogels met wilde populaties in
ZO-Europa is zeker mogelijk.
|
|
jg. 58, 2015 nr. 5
Spectaculaire ontwikkeling Polder Achteraf bij Tienhoven
Tienhoven ligt iets ten oosten van Breukelen en is in een half uur per
auto te bereiken vanaf het Amstelstation. Direct ten oosten van
Tienhoven liggen de Tienhovense Plassen, nog lange tijd goed geweest
voor Woudaap. Meteen ten oosten daarvan ligt, aan de noordzijde van
het doorgaande wandel/fietspad naar Het Gooi, het nieuwe natuurgebied
Polder Achteraf. Het is een klein moerasgebied waar Natuurmonumenten
experimenteert met het waterpeil. Dit heeft nu geleid tot een biotoop
dat doet denken aan de natte riviervlakten in Oost-Europa. Meteen al
in 2015 was het resultaat in het broedseizoen spectaculair, met mooie
aantallen territoria van Slobeend (15),
Zomertaling (4), Krakeend (36), Waterral (9), Porseleinhoen
(2), Steltkluut (1), Blauwborst (13), Rietzanger (98),
Sprinkhaanzanger (3), Snor (12). Dit nodigt uit tot een excursie
vanuit Amsterdam.
|
|
jg. 57, 2014 nr. 5; jg. 58, 2015, nr. 1, 2, 3.
Plasdras percelen in de Lopikerwaard Sinds
2009 worden in de Lopikerwaard weilandpercelen in het voorjaar
tijdelijk onder water gezet om weidevogels aan te trekken. Natuurlijk
trekt dit veel steltlopers op doortrek aan, evenals zwaluwen en
kwikstaarten etc. Wat betreft broedende weidevogels heeft dit regime
vooral nut voor Tureluur, en in mindere mate voor Grutto. Wel is het
van groot belang voor de tijdelijk pleisterende Grutto’s, vlak voor
het broedseizoen.
|
|
jg.
57, 2014 nr. 3 en 4
Oude vogeldagboeken
Enkele leden van de Nederlandse Ornithologische Unie willen zich
inzetten om vogeldagboeken van oudere vogelaars op te sporen en te
behouden voor de toekomst. Soms belanden deze dagboeken toch nog bij
het oud papier, wat natuurlijk zonde is. Als je weet hebt van zulke
oude dagboeken, kun je uiteraard het beste eerst contact opnemen met
onze archivaris Ruud Vlek, of anders met de Ned. Ornithologische Unie
(nou.nu).
Midwinterroofvogeltelling
Sinds 2010 telt deze VWG de roofvogels in de winter in de provincie
Utrecht. De aantallen van afgelopen winter verschillen niet veel van
de andere jaren. In de dubbele cijfers zitten Buizerd (543
exemplaren), Torenvalk (51), Havik (20) en Sperwer (17). Verreweg de
meeste roofvogels worden aangetroffen op akkers en weilanden.
|
|
jg. 57,
2014 nr. 2
Nieuw
record Zwarte Stern in de Utrechtse Venen
De Utrechtse Venen is wat betreft broedende Zwarte Sterns een bolwerk
van Europees belang geworden. Het gebied ligt tussen Oude Rijn, Vecht,
Waver en Kromme Mijdrecht, en grenst dus aan het werkgebied van de
VWGA. Het jaar 2013 is een nieuw recordjaar geworden: maar liefst 225
paren kwamen toen in dit gebied tot broeden, nog heel wat meer dan de
mooie 179 paren waarmee de tellingen in 2007 begonnen. Jan van der
Winden, de godfather van Zwarte Stern in Nederland, ving in augustus
2011 op het IJsselmeer een door hemzelf in 1999 bij Vinkeveen als
nestjong geringde Zwarte Stern terug!
Jaarverslagen
van de projectgroep Zwarte Stern van de agrarische natuurvereniging
“De Utrechtse Venen” zijn te vinden op natuurgroepkockengen.nl. In
het verslag van 2012 wordt uitgebreid het beheer en de ecologie
besproken. Ook kan men in een bijlage zien waar de broedlocaties zich
bevinden. Een bezoek aan de grote concentratie broedende Zwarte Sterns
tussen Vinkeveen en Donkereind is zelfs op de fiets vanuit Amsterdam
de moeite waard.
|
|
jg. 56,
2013 nr. 4 en 5
Halsbandparkiet
in de provincie Utrecht
Halsbandparkieten hebben zich sinds ca. 2005 vanuit Amsterdam via de
Vecht uitgebreid tot in de stad Utrecht. De meeste vogels zitten in
het Noorden van de stad Utrecht en in de dorpen en landgoederen langs
de Vecht. Toch gaat het naar Amsterdamse maatstaven nog om kleine
aantallen. Voor Utrecht en de Vecht samen betreft het niet meer dan
ca. 400 vogels.
Roofvogeltelling
winter 2013
De jaarlijkse midwinter-roofvogeltelling in de provincie Utrecht
leverde 677 vogels op. Buizerd kende ten opzichte van het gemiddelde
over 2010-2012 een toename, Torenvalk een afname. Blauwe Kiekendief,
waarmee deze roofvogeltellingen zo hoopvol begonnen (met 27 ex. in
januari 2010) is opnieuw weggebleven. De andere soorten in 2013 waren
Havik (17), Ruigpootbuizerd (2), Smelleken (2), Sperwer (22) en
Slechtvalk (9). Verklaringen voor de aantalsfluctuaties over de vier
jaren dat er nu geteld wordt, zijn niet gemakkelijk te geven. Dit komt
vooral doordat van de soorten die het meest fluctueren moeilijk is
vast te stellen waar ze vandaan komen. Het is dan bijvoorbeeld (zoals
Buizerd) deels een standvogel, deels een trekvogel.
|
|
jg. 56,
2013 nr. 2 en 3
Nieuwe
website
Deze VWG heeft een vernieuwde website, zie vogelwacht-utrecht.nl. Daar
staat de gehele inhoud van de lopende jaargang van de Kruisbek op. Ook
de oudere artikelen staan er op, maar dan gerangschikt naar onderwerp
(broedvogels, trekvogels, natuurgebieden, etc.).
|
|
jg. 56,
2013 nr. 1
Amerongse
Bovenpolder
Op 50 minuten rijden van Amsterdam ligt dit prachtige nieuwe
natuurgebied, ingeklemd tussen de Utrechtse Heuvelrug en de Rijn. Kwel
vanuit de heuvelrug zorgt voor vernatting, en er zijn ook stukken met
drogere ruigten en meidoornhagen. Zowel in de trektijd als in de
broedtijd is het een vogelrijk gebied, met allerlei soorten
steltlopers, watervogels en zangvogels. In 2012 waren er ook ineens
weer vijf territoria Kwartelkoning, na twee jaar afwezigheid.
Blauwborst is er algemeen. Er is een uitkijkpost vanaf de heuvelrug,
in het bos langs de provinciale weg ten oosten van Amerongen. Vanaf de
dijk van Amerongen naar Wijk-bij-Duurstede heb je goed zicht op de
poelen en slikken in het westelijke deel. Op beide plekken is een
telescoop nodig.
Weidevogelreservaat
Eempolder een topgebied
Binnen de Eempolder, ten oosten van Eemnes, liggen de
weidevogelreservaten Noordpolder te Veld en Maatpolder (samen 230
ha.). Wie er nog niet geweest is moet echt eens gaan kijken. Horen en
zien vergaat je, zo ouderwets veel weidevogels zitten langs het
wandelpad door dit gebied. In 2011 waren de aantallen territoria van
de primaire weidevogels hier: Grutto 312-365, Kievit 293, Tureluur
160, Scholekster 25, Kemphaan 10, Watersnip 18, Slobeend 39,
Zomertaling 9, Veldleeuwerik 5, Graspieper 23, Gele Kwikstaart 24.
|
|
jg. 55,
2012 nr. 4
Derde
midwinter-roofvogeltelling
In de eerste maanden van 2012 is weer geprobeerd alle roofvogels van
de provincie Utrecht te tellen. Voor Buizerd kwam men op vrijwel
hetzelfde aantal als de winter ervoor: 540 exemplaren; idem voor Havik
(15 ex.). Opmerkelijk is de sprong die we zien bij Sperwer (van 12
naar 31) en Torenvalk (van 56 naar 81). Er is in 2012 wel in iets meer
gebieden geteld, maar dat kan niet de oorzaak zijn van die grote
sprong.
|
|
jg. 55,
2012 nr. 2 en 3
Natuur
en landschap van de Vechtstreek
Dit boek van Wim Weijs beschrijft de wordingsgeschiedenis van de
Vechtstreek en de planten- en dierenwereld van nu. Het is te koop bij
de KNNV uitgeverij. Zeer informatief, met veel foto’s en kaarten.
Broedvogels
Steenwaard
De Steenwaard ten Noorden van Culemborg is voor Amsterdammers het
dichtstbijzijnde uiterwaardgebied van de grote rivieren. Dit gebied
langs de Lek is sinds 2001 in beheer als natuurgebied.
Broedvogeltellingen in 2005 en 2011 laten zien dat Blauwborst,
Rietzanger, Kleine Karekiet, Grasmus, Putter en Kneu sterk zijn
toegenomen tussen 2005 en 2011. Ook broeden er bijvoorbeeld Steenuil,
Waterral, Oeverzwaluw, Roodborsttapuit, Bosrietzanger.
|
|
jg. 55,
2012 nr. 1
Broedgeval
Grauwe Klauwier
In het nieuwe natuurgebied Nieuw Wulven bij Houten heeft in 2011 tot
ieders verrassing een paar Grauwe Klauwier gebroed. Vanaf begin juli
was duidelijk dat het broeden succesvol was en eenmaal vier jongen
gezien buiten het nest. Na 31 juli ( het paar werd toen gezien met
twee jongen) zijn ze niet meer waargenomen. Het is opmerkelijk hoe
snel het creëren van zo’n afwisselend gebied van struweel,
akkerranden en hagen tot dergelijke hoopvolle resultaten kan leiden.
Steenuilen
rond Wijk bij Duurstede
Ton Janssen telt hier sinds 2008 de Steenuilen in een gebied ter
grootte van maar liefst 5200 hectare, alles per fiets. Gemiddeld zaten
er 42 territoria per jaar. Je houdt er leuke contacten aan over,
vooral met de bewoners bij wie je een nestkast mag plaatsen.
Broedvogels
Bethunepolder
Het Amsterdamse drinkwater komt voor een deel uit de Bethunepolder,
gelegen tussen Maarssen en Tienhoven. Het water is van goede
kwaliteit, er is daar veel kwelwater. Het is een polder met riet- en
hooilanden, die deels dichtgegroeid zijn met struweel en bos. Er
broeden onder andere Watersnip, Snor en Steenuil. Er zijn plannen voor
een verhoging van het grondwaterpeil om bloemrijke graslanden te
ontwikkelen, met meer kansen voor de broedende weidevogels.
Waarschijnlijk leidt het ook tot plas-dras situaties, en dus een kans
op nieuwe vogelsoorten voor dit gebied.
Vogelwacht
op Twitter
@vogelwachtutr is het twitter-account van deze VWG. Na één jaar
waren er 130 volgers (inmiddels 230 zie ik nu op Twitter). De tweets
gaan over allerlei vogelnieuws van binnen en buiten de VWG, en over
bijzondere waarnemingen.
|
|
jg. 54,
2011 nr. 5
Zwarte
Stern in de Utrechtse Venen
Tien procent van de noordwesteuropese populatie van Zwarte Stern
broedt tegenwoordig op vlotjes in sloten in de provincie Utrecht.
Dankzij subsidie en de inspanningen van de agrarische natuurvereniging
De Utrechtse Venen zaten daar in 2010 maar liefst 189 broedparen, een
nieuw record. Het gaat onder andere om Demmerik/Donkereind (71
nesten), een stil graslandgebied met brede sloten iets ten Zuiden van
Vinkeveen, op slechts een kwartier met de auto van Amsterdam-Zuid. Het
verslag is te downloaden op www.deutrechtsevenen.nl.
|
|
jg. 54,
2011 nr. 4
Roofvogeltelling
provincie Utrecht februari 2011
Opnieuw is gepoogd een integrale wintertelling van roofvogels te
houden in de provincie Utrecht, net als in 2010. De aantallen zijn
vergelijkbaar met 2010, met in 2011 545 Buizerds, 56 Torenvalken, 13
Haviken, 12 Sperwers, 3 Blauwe Kiekendieven en 2 Slechtvalken.
|
|
jg. 54,
2011 nr. 3
Broedvogels
Leersumse Veld
Dit
gevarieerde gebied van vennen, heide en bos zou een prima excursiedoel
zijn voor Amsterdamse vogelaars, je bent er met de auto in drie
kwartier. Broedvogelinventarisaties
in 2008-2010 laten in het 187 ha. grote telgebied mooie aantallen
territoria zien van bijvoorbeeld Dodaars
(maximaal 15), Boomvalk (2), Nachtzwaluw (5), Boomleeuwerik (15),
Boompieper (54), Gekraagde Roodstaart (24), Roodborsttapuit (22),
Bonte Vliegenvanger (11), Geelgors (13).
|
|
jg. 54,
2011 nr. 1
Het
Utrechtse stationsgebied
Vogelbescherming en de gemeente Utrecht hebben een convenant gesloten
om de grootschalige nieuwbouw in het stationsgebied vogelvriendelijker
te maken voor typische stadsvogels als Huismus, Zwarte Roodstaart en
Gierzwaluw.
|
|
jg. 53,
2010 nr. 5
Raven
Raven broeden niet alleen op de Utrechtse Heuvelrug, waar ze ooit
uitgezet zijn, maar nu ook noordelijker in de provincie Utrecht
(Tienhoven, Eemnes). Wellicht komen ze dus nog eens tot broeden in het
werkgebied van de VWGA.
|
|
jg. 53,
2010 nr. 4
Roofvogeltellingen
januari en februari 2010
Een goed initiatief van deze buur-VWG: roofvogeltellingen midden in de
winter, op een groot aantal telpunten en telvlakken in de hele
provincie Utrecht. Naast de honderden Buizerden en tientallen Sperwers
en Torenvalken was Blauwe Kiekendief de meest opmerkelijke soort, met
27 exemplaren op de teldag in januari en 17 in februari. Dit grote
aantal hangt waarschijnlijk samen met het feit dat Noord-Duitsland
toen een gesloten sneeuwdek had waardoor de Blauwe Kiekendief uitweek
naar de minder besneeuwde akker- en weilanden in het midden van
Nederland.
|
|
jg. 53,
2010 nr. 2 en 3
Vliegbasis
Soesterberg uniek natuurgebied
Deze
vliegbasis is opgeheven en voor 400 ha. bijzondere natuur worden nu
allerlei plannen gemaakt, variërend van woningbouw en recreatie tot
natuurgebied. Deze 400 ha. ligt echter wel geheel binnen de
Ecologische Hoofdstructuur, alleen al wegens de unieke
schraalgraslanden. Veldleeuwerik en Boomleeuwerik zijn twee
karakteristieke soorten. Helaas zijn er weinig inventarisatiegegevens
bekend van dit gebied, waardoor de unieke natuurwaarden niet goed
onderbouwd kunnen worden.
|
|
jg.
53, 2010 nr.1
Dagje
Kraanvogels kijken in Duitsland
De Diepholzer Moorniederung bij Osnabrück is een goede plek geworden
om in het najaar Kraanvogels te gaan kijken. Het is te doen in één
lange excursiedag vanuit Amsterdam. Er staan grote uitkijktorens, maar
voor de massale slaaptrek kun je beter langs de weg gaan staan die het
Rehdener Moor doorsnijdt. Op grus-grus.eu is te zien dat er in 2009 in
dit hele gebied 30.000–40.000 Kraanvogels verbleven tussen half
oktober en eind november.
|
|
jg. 52,
2009 nr.5
Roofvogelspecial
In dit nummer staan diverse artikelen over roofvogeltrek en broedende
roofvogels in de omgeving van Utrecht. De meeste aantalsgrafieken
laten een toename zien over de afgelopen decennia.
|
|
jg. 52,
2009 nr.1
Zeldzame
soorten in 2008
In
de Tienhovense Plassen (slechts 20 autominuten vanaf de Ringweg A10)
waren twee territoria van Woudaap (nadere informatie leert: op beide
plekken slechts eenmaal gehoord). In de naastgelegen polder Acheraf
zat ook dit jaar weer Kleinst Waterhoen (2 territoriale vogels). In de
stad Utrecht hebben 3 paren Grote Gele Kwikstaart gebroed. In de
Loosdrechtse Plassen zijn maar liefst 23 territoria Grote Karekiet
vastgesteld. Op de Leusderheide (30 autominuten vanaf de Ringweg A10)
zijn 16 paar Nachtzwaluw vastgesteld.
|
|
jg. 51,
2008 nr. 3+4
Zwarte
en Rode Wouwen in de provincie Utrecht
Over de periode 1989-2007 vertoonde de voorjaarstrek van Rode Wouw een
duidelijke piek in de derde decade (10-daaagse periode) van april en
kleinere pieken in de derde decaden van maart en van mei; in het
najaar was er een uitgesproken piek in de tweede decade van oktober.
Zwarte Wouw piekte rond de eerste decade van mei en in de derde decade
van september.
Zeldzame
en schaarse broedvogels in 2007
Kleinst Waterhoen had opnieuw een territorium in polder Achteraf bij
Tienhoven, en er waren maar liefst 13 territoria Nachtzwaluw op de
Leusderhei. Op de Loosdrechtse Plassen zijn niet minder dan 28
zingende Grote Karekieten geteld, en dat terwijl we het in de regio
Amsterdam vrijwel zonder deze meest uitgesproken rietvogel moeten
doen.
|
|
jg. 51,
2008 nr. 2
Grauwe
Klauwier op de Leusderheide
Een geslaagd broedgeval in 2007 (vijf nestjongen waarvan tenminste
drie uitgevlogen) werd voorafgegaan door waarnemingen van territoriale
vogels in 2005 en 2006. Bovendien was er op de Leusderheide in 2007
nog een tweede territoriaal mannetje aanwezig. Deze was geringd en
afkomstig van een broedsel in 2005 op de Veluwe.
|
|
jg. 51,
2008 nr. 1
Vogelwacht
Utrecht bestaat 50 jaar
Ter gelegenheid daarvan een geheel vernieuwde website:
www.vogelwachtutrecht.nl.
Slechtvalken
in de provincie Utrecht 2003-2006
In en bij de stad Utrecht vier winterterritoria (met 3-6 vogels), en
in de provincie 15-25 vogels in de winter. Inclusief vergelijking met
de situatie in Amsterdam en omgeving; de dichtheid in de winter is
hier 1,5-2,5 maal zo groot als in de provincie Utrecht.
|